Stichting Bulamu Oeganda reis - april 2021

Uncommon people part 1 - reisblog 1 - 7 April 2021

20210704 ASS (Autisme Spectrum Stoornis).

Het enige stempeltje waar ik van houd is het stempeltje van Stichting Bulamu. Dat opent namelijk deuren. In 2012 hebben we besloten om door Henry een stempel te laten maken met het logo van de stichting – en zoals alles wat Henry maakt, is ook dit weer een mooi voorbeeld van vakwerk. Het stempel heeft voor ons al aardig wat deuren geopend en tijd en geld bespaard, want ieder officieel document, dat terug moet of ingediend moet worden bij de overheid, krijgt van ons een ferm paars stempel – Stichting Bulamu Authorised met een paar ferme handtekeningen erdoor en dan is het officieel genoeg voor een land waar stempels nog altijd de dienst uitmaken.

Maar dat is niet het stempel waar ik vandaag aan moest denken. Wel de persoon en de familie. Na een dag noeste schoonmaakarbeid en een indrukmakend gesprek met Bongo (waar ik in een andere blog over zal schrijven) stuiven we door de files naar de shop van Henry. Henry Lluja Kiryowa. Bulamu Art. Over hem heb ik al veel geschreven. Sinds 2010 is een vriendschap en een samenwerking ontstaan die niet meer over gaat. We zoeken bronnen van werk voor Henry en zijn familie en als we zelf, of voor de stichting, drukwerk nodig hebben dan gaat dat altijd via hem.

Menigeen van jullie heeft al eens de kaartjes van Henry afgenomen – en dat kan ook nu weer – 10 stuks voor 5 euro en omdat jullie er in 2018 en 2019 zo veel kochten konden we toch bijdragen in de schoolkosten van zijn kinderen. Ook dank aan Frits en Thea Kruizinga die met hun Stichting Hoop voor Oeganda dit project adopteerden en groter maakten.

Vandaag heel even aandacht voor Eva – PowerWoman de zus van Henry. Eva is ietwat onderbelicht gebleven in de afgelopen jaren en dan ook wel onterecht want zij is zichtbaar een drijvende kracht in de business. Waar Henry al jaren struggelt om te groeien en altijd op zoek is naar mogelijkheden, houdt Eva vast aan haar skills. Super enthousiast, goedlachs en altijd in voor een praatje, een grapje en een plekje in haar shop, want zij heeft inmiddels de voorkant van de winkel van Henry overgenomen. Hier komt het materiaal vandaan dat ook al in menig Nederlandse huiskamer te vinden is. Patchwork. Afrikaanse tassen, jurken, ovenwanten en deze dagen : mondkapjes!. Dus wil jij ook een patchwork mondkapje, stuur dan een mailtje, dan maken we een aantal foto’s en laten we deze door Eva maken.

De derde bij ons bekende telg uit deze familie is Mark – en daar gaat de inleiding van dit verhaal over. Ik moest even gniffelen want de afkorting van de term Autisme Spectrum Stoornis is in het Engels niet echt een verbetering voor mensen met een andere manier van denken en reageren dan de gemiddelde wereldbewoner. Mark, Henry en Eva vormen een artistieke driehoek met drie verschillende omgangsvormen. Eva, open en direct, Henry enigszins terughoudend, vaak in gedachten en super creatief en Marc, wegkijkend, samenvattend, herhalend en terugkomend op ieder detail en constant visualiserend. En alles is goed en aan ons om mee om te gaan….

… en dat leverde weer geweldige momenten op.

Zie het even voor je. Je huurt als Nederlander een huis met in totaal 14 ramen / raampartijen – ja het is relatief groot en ja, dat levert dus ook uitdagingen op, want hier heerst nog altijd Malaria. Malaria krijg je door gestoken te worden door een met Malaria geïnfecteerde mug en om dat te voorkomen slaap je onder een klamboe – maar dat wil je niet – en als je zo vaak in Afrika komt slik je ook geen anti-malaria pillen – dus wij willen horren. Maar dan wel voor ieder raam want in Oeganda worden de raampartijen ongeveer op maat in de raamkozijnen gemetseld dus ook met dichte ramen komen muggen gewoon tussen het metaal en de steen door naar binnen. En als het geen muggen zijn, dan zijn het wel mieren of miertjes of flying ants of kakkerlakken van een centimeter of 8 – dus horren. Ik zie in mijn gedachten al een aantal lezers de keuze beamen – maar in dit land heb je geen gamma of iets dergelijks dus zoek je bijvoorbeeld een kunstenaar die zich heeft toegelegd op het maken van lijsten (fotolijsten) en dan komen we gelukkig en logischerwijze weer uit bij Henry (Bulamu Art and Bulamu Frame).

Bij Henry zitten we even te wachten totdat hij terug komt. Druk werk zoekend en wij maken graag het grapje dat, terwijl hij werk aan het zoeken is, het werk gewoon in zijn zaak zat te wachten. We zien ook Mark weer. Goed je weer te zien Mark – zeker 7 jaar geleden (in 2013 heeft Mark al onze meubels gemaakt) – No Mister Rene – its only 4 years – 2016, 2015, 2014, hij wendt zijn ogen af, schuifelt weg naar een stoel tegenover ons en zo zitten we gezellig met z’n vieren aan een gave nieuwe tafel in de werkplaats van Henry. Punctueel is de afspraak om 5 uur uitgevoerd. Mark en Henry aanwezig en vol verwachting. Het project is uiteraard omvangrijk. Jolanda en ik hebben gedacht om per raam een passend frame te maken en dat te benieten met gaas en in de sponningen van de ramen te schuiven. Klinkt simpel. Ik heb een plattegrond gemaakt van het huis en daarin exact uitgerekend hoeveel vierkante meter gaas er nodig is en hoeveel meter hout. Dat roept de eerste vraagtekens op. Hoe heb je dat dan uitgerekend hoeveel meter hout? Een uitleg van een oppervlak berekening en een omtrekberekening zorgt voor vulling van het eerste half uur. Mark komt een beetje los. Probeert tussen de berekeningen en uitleg door de juiste aanspreekvorm voor Jolanda te vinden, detailleert vervolgens de gaasuitvoering van de horren en wil alle foto’s die we laten zien ook naar de telefoon van Henry gestuurd hebben. De ideeen lijken een eigen leven te leiden en over de tafel heen te zeilen.

We nemen de tijd.

Eerlijk gezegd vind ik het heerlijk. Weet je, ik kan er gewoonlijk slecht tegen dat er mensen zijn die niet begrijpen en ook niet de moeite nemen om te luisteren of wel te begrijpen maar dit is een ander level; een hoger level; een level dat ik niet kan begrijpen en waar ik onwijs nieuwsgierig over ben. Hoe werkt dit in hun hoofd, hoe krijgen ze de informatie geordend, gerangschikt en zodanig op een rijtje dat het resultaat een feilloos is. Ik trek me een beetje terug. De informatie die gegeven is, is meer dan genoeg voor dit project – en we hebben nog zeker 10 items die we ook willen laten maken. Mark breekt in bij Henry, Henry vraagt door aan ons en ineens, begint Mark vragen aan ons te stellen. Hij heeft de aanspreekvorm voor Jolanda gevonden, is zichtbaar opgelucht daarover, blijft humble en is ineens super happy. Hij heeft ook ineens door hoe het zit met de horren, gaat over in Luganda en bespreekt super enthousiast met Henry dat hij weet wat het is, dat hij eerst bij ons wil komen kijken, dat hij daarna naar de constructiemarkt gaat en voorbeelden gaat halen en dan ….

Wauw – na meer dan een uur zie ik een moment om de horren voor nu te sluiten. Mannen, dit is niet alles – we hebben er belang bij dat er een bed getimmerd wordt. Maar ook als 1 van de 3 prio’s een picnick tafel. Je had ze moeten zien – ik heb nog nooit 2 Oegandezen zo zien lachen en toch beleefd hun lach zien inhouden. We vragen of dit mogelijk is en dat is het natuurlijk maar uiteindelijk, als Jolanda een voorbeeld van een modieuze picnicktafel laat zien met vierkante vormen (dus niet zo 1 met gekruisde poten en vaste bankjes) komt het hoge woord van Mark er uit. “maar waarom niet op deze manier” – en waarom vind je deze beter Mark, is die andere niet mogelijk? “jawel – maar deze is meer …. Elegant. Cultuur – voor ons is dit allemaal nog steeds vreemd. In een land waar de bankstellen allemaal hetzelfde zijn en buiten in de regen staan te verpieteren, de iets rijkere Oegandees koloniale meubels heeft met goud en alles hetzelfde lijkt te zijn, zijn vernieuwingen “niet elegant” en daarom eigenlijk “not done” en een blamage om te maken ?

Voor het 1 na laatste meubelstuk leggen we Jolanda’s idee van een tweepersoons bed uit en krijgen een discussie over de manier waarop het matras in de “box” moet vallen – “hahahah – daar gaan we weer” – en Henry heeft deze volledig gevisualiseerd. Nu begint het gesprek tussen twee broers die elkaar al jaren kennen. Henry tekent in een paar seconden in een schets exact het bed dat Jolanda in gedachten heeft en helpt Mark om het plaatje rond te krijgen. Het is half 7. We zitten in de meest westelijke hoek van Kampala en moeten naar het oosten. We hebben nog niet gegeten. Bongo, onze housekeeper is bij ons en blijft bij ons slapen omdat hij morgen het witgoed van de supermarkt naar het huis begeleidt en de avondklok gaat bijna in. Dus – nog snel mijn bureau regelen – Henry, ik wil exact dezelfde tafel als deze waar we nu aan zitten, maar dan 1.80 bij 80 bij 80. Zo moet je dat aanpakken – dit concept is al een keer gemaakt, staat voor ons en hoeft alleen nog maar gekopieerd te worden – de Chinese invloed is inmiddels diep in de Oegandese cultuur ingebed.

Tunadam Friday (tot vrijdag)– de afspraak staat vast, vrijdag komen Mark en Henry om te meten en te visualiseren – en op de vraag aan Mark of hij het druk heeft en dit voor ons kan doen is het antwoord “We are loaded – (we zijn bijna overboekt) – maar natuurlijk gaan we dit voor ons doen. Wat een heerlijk land.

Mark, Henry en Eva – we houden van jullie – Just the way you are!

Stichting Bulamu Oeganda reis - april / mei 2021

De Tweede Stuurman - nieuwe projecten in Noordoost Oeganda - reisblog 2 - 1 mei 2021

Trots.

Half 6 – Koffie.

Vanmorgen om 7 uur zijn we vertrokken uit Kalongo. Vertrek op z’n Oegandees.
Gisteravond hebben we in ons guesthouse afgesproken dat we om half 7 ons ontbijt willen ontvangen, “packed” in “Caverra”, als lunchpakket in een plastic tasje. Half 7 omdat we weten dat tijd in Oeganda bestaat, maar niet afhankelijk van een klok. Dus als ik om half 7 afreken, wordt me verteld dat het ontbijt bijna klaar is en als ik om vijf voor 7 de auto start, schiet 5 man bediening naar het autoraam toe met de vraag of we het ontbijt niet komen opeten. We hebben Rolex en fruit besteld – we zijn geen oligarchen die peperdure horloges gebruiken maar een Rolex is een opgerolde pannenkoek (chapati) met een uitsmijter er in. Bryan’s favoriet en ik lust ze ook graag. Gelukkig is ons ontbijt snel ingepakt waarbij het waarschijnlijk hielp dat Jolanda’s fruit simpelweg bestond uit 1 banaan ?

Vandaag ben ik opnieuw trots. Super trots. Trots op de tweede stuurman die al meer dan 35 jaar en 20 uur de route uitstippelt en ons begeleidt van avontuur naar avontuur. Vandaag wordt opnieuw duidelijk hoe zij pioniert en routes maakt die Google nog niet heeft ontdekt. 13 mei – dus over 12 dagen, zijn we 33 jaar getrouwd en al in onze verkeringstijd zat ze met de kaart op schoot en bepaalde ze dat de witte weggetjes makkelijk door mij gereden konden worden – en als ze dat nu zou zeggen zou ik dat zeker beamen. In meer dan 35 jaar heeft ze naast me gezeten, geschud, haar hoofd gestoten, haar rug verdraaid en menig gil geslaakt “Oh My God – Daar gaan we….”, maar echt, als dat 35 jaar geleden niet was gestart, hadden we de 20 uur van afgelopen dagen nooit kunnen uitvoeren. Deze reis hebben we echt wegen gemaakt waar nog geen wegen waren, waterstromen getrotseerd en genoten van elkaar en van de natuur om ons heen. Wat een geweldige reis, met trieste emoties (de armoede en omstandigheden), nieuwe uitdagingen, liefde voor elkaar en onze medemens en veel lol.

Drie uur na vertrek uit Kalongo neemt de tweede stuurman het stuur over. We hebben gierend gelachen want dit zou een mooi moment zijn waarop ik even mijn rolex zou kunnen eten. Echt, ik zweer het, de resten van de Rolex zitten nog in mijn haar terwijl we stuiterend van pothole naar pothole glijden. Gisteren heeft het gehoosd en hier en daar staan nog metersbrede plassen en ik word teruggepakt voor jaren leed op de weg. Als ik net mijn raam open heb pakt Elizabeth nog net een megaplas mee die over het dak, de voorruit en midden in mijn gezicht spettert. (Liz is hier ingcognito ? en Jolanda is bijna niet uit te spreken; overigens is het gemakkelijker om hier de naam uit ons paspoort te gebruiken omdat het anders tot veel vragen leidt. Dat is voor Elizabeth nog gemakkelijk te doen – maar Roelof is bijna nog meer probleem dan René) Deze rit maakt mij nog trotser dan ik eerder op haar was. Niet alleen vanwege het feit dat ze hier toch het stuur pakt, rechts zittend, links rijdend op een mudroad in een automaat – maar zeker vanwege het feit dat ernaast zitten een veel grotere uitdaging is dan aan het stuur zitten. Ik vind het helemaal niks, iedere hobbel grijp ik in het luchtledige om een stuur te vinden dat er niet is, zit ik mee te remmen of terug te schakelen en het duurt wel even voordat ik wen aan het idee dat de controle van de auto in zeer goede handen is.

Het iritante mens van Google roept veelvuldig dat we links of rechtsaf moeten – waar we alleen rieten hutjes zien en de weinige keren dat we luisteren vinden we ons na honderd meter terug aan de voet van een moeras, een brommerspoor of een dichte haag van riet en struiken, maar Elizabeth laat zich niet van de wijs brengen, weigert om te keren en vindt al snel de route die wel doorgaat.

Schuldig! On(te)recht

Ik ben blij als ik het stuur weer over neem en na zeven uur rijden, rijden we Iganga door. Een stad voor (of na) Jinja. Iganga waar Erik nu woont en ik baal ervan dat we na volle snelheid inmiddels al een minuut of 5 file rijd achter 6 auto’s aan die stapvoets rijden achter 2 containertrucks die stapvoets de berg op rijden. Ik heb al een aantal keren gedacht om in te halen maar daar is geen mogelijkheid toe en wonder boven wonder neemt geen van mijn voorgangers de moeite om dit wel te doen. Sowieso uitzonderlijk in een land waar taxi’s aan alle kanten voorbij sjezen en waar alles blijkt te kunnen en getolereerd wordt. We zien vrachtauto’s met 20 koeien en tientallen mensen bovenop, gepasseerd door een boda boda (brommer taxi) met een doodskist, één met een heel varken overdwars, één met een totaal stapelbed (in elkaar), taxi’s met tientallen koffers bovenop inclusief bankstellen, maar wat gebeurt er – bovenop de berg word ik in een roadblock door een politieagent uit de stroom gedirigeerd.

Ik ben m’n mondkapje kwijt maar gelukkig heeft Jolanda er nog 1, we wisselen deze om naar Jolanda omdat de agent aan haar kant gaat staan en krijgen te horen dat we een extreem gevaarlijke inhaalmanoeuvre hebben uitgevoerd en daarbij ook nog overspeeded – dat moet je net zeggen na 7 uur rijden. Mijn gezicht gaat naar standje oorlog want ik kan niet tegen onrecht. Zeker vier keer herhaal ik mijn verhaal dat ik precies weet wie waar reed, waar ik reed en dat zeker de afgelopen kilometers geen enkele auto de mogelijkheid had om in te halen. Achter zijn bontgekleurde mondkapje kan ik gelukkig zijn gezichtsuitdrukking niet zien maar ik ben ervan overtuigd dat hij heeft geglimlacht over het gebeuren. Waar ik vol blijf houden dat het onmogelijk is vertelt hij aan Jolanda dat zelfs de camera’s hebben vastgelegd dat ik de inhaalmanoeuvre heb uitgevoerd. Blijkbaar was hij overtuigend want ik krijg het idee dat hij Jolanda overtuigt en dat maakt me nog weerbarstiger. Niet iedereen (of eigenlijk zeer weinig mensen) kennen deze kant van mij, maar als ik deze fase (onrecht) heb bereikt is de volledige rechtvaardigheid aan mijn zijde en dat kan nog wel eens slecht uitpakken. Uiteindelijk gaat de agent met Jolanda verder – He’s very stubborn eh?! He’s arguiing with a policeman – do something about it – Hij is erg eigenwijs he, hij is zelfs ruzie aan het maken met een politieagent, doe er eens iets aan … en daar komt trots nummer twee aan het licht – de wijsheid van mijn vrouw heeft ons al menig keer geholpen.

We spelen good cop – bad cop tegen deze agent. Ik blijf volhouden en hij zegt “Do you want me to write a receipt” (moet ik een bon schrijven) – daar waar ik voor de Stichting altijd van iedereen een bon vereis, is mijn antwoord nu “liever niet” wat hem ineens een andere houding geeft. Hij begint te slijmen, "weet je, we zijn toch op de wereld om elkaar te helpen, we moeten elkaar toch niet in de haren zitten" en hij aan ons vertelt “I’m thirsty”. Deze kennen we goed – de dorstige agent en een nieuw vonkje ontstaat in mijn toch al vertroebelde brein – Bribary / Corruption – ik pak een half leeg (niet half vol) flesje cola en steek het naar hem toe – foute actie – ik wil hem vertellen dat ik hem voor het gerecht wil dagen vanwege zijn corrupte inslag, ik wil hem….en in dat alles zegt de wijsheid naast mij op haar allervriendelijkste toon “kunnen we u iets geld geven om een drankje te kopen ?” – Ik zwicht – haal 2000 shilling uit mijn zak die direct geaccepteerd wordt waarna we een signaal krijgen om door te rijden. Ik beken, ik ben schuldig aan omkoping – maar nog nooit eerder ben ik met een boete van 70 eurocent weggekomen.

Dank je wel Jolanda, voor je wijsheid, je hulp, je ideeen, je avontuursgeest en voor al het andere dat geleid heeft tot geweldige avonturen. Zoals we altijd zeggen – the movie just started and we already made many miles.

Stichting Bulamu Oeganda reis - april / mei 2021

Kitgum - reisblog 3 - 28 april - 1 mei 2021

Kitgum.

Kitgum We zijn dus in Kitgum geweest – of eigenlijk in Wol en in Kalongo en eigenlijk dus gewoon een rondreis van Kampala, via Gulu en Kitgum naar de binnenlanden van Wol en Kalongo (waar we een interessant guesthouse gevonden hebben) terug via Soroti, Kumi, Iganga en Jinja weer naar Kampala.

In Wol (waar de familie van Bongomin Francis woont) vinden we een uitgelaten familie. We manouvreren de auto door de landerijen en grasperken van de gras en klei hutjes van Wol; worden gedirigeerd door de uitbundige gebaren van – wat later blijkt – de opa van Francis en worden uitgenodigd om in één van de gebouwtjes op de compound waar we de auto parkeren. De ontvangst is bijzonder. Een verloren zoon die thuiskomt en door de moeder hartelijk wordt verwelkomt en een bruid die amper wordt aangekeken. Nederlanders die binnengehaald worden als Amerikaanse ontdekkingsreizigers (zo moet Speke binnengehaald zijn) en een hele omgeving die uitloopt, zelfs de zusjes zijn thuisgehaald van school.

De bruid, dat is een bijzonder verhaal. We halen Oliva ’s ochtends op en zoals een Oegandees gewoon is staan we zeker een half uur te wachten tot ze komt. Ik moet zelfs boos worden en haar aan de telefoon krijgen om haar te bewegen om te komen. We zijn dit gewend maar we zijn niet voor niets om zes uur klaar om een lange reis naar het noorden te maken. Dat komt ze te weten ook en als ze uiteindelijk met alle spullen die meegenomen moeten worden achterin de auto zit weet ze gelijk met wie ze te maken heeft.

Eigenlijk is het wel zielig, want je zal maar mee moeten met je toekomstig bruidegom om een jaar lang met je toekomstig schoonmoeder te moeten wonen – waar je de omgeving, taal en cultuur niet kent, terwijl je vriend terugkeert naar Kampala. Wij zijn dat helemaal niet gewend. Uiteraard is onze boosheid al na een paar minuten over. We zijn op reis. Een bijzondere reis naar het noorden. De droogte, de zuid Sudanese grens, het land van Kony, het Leger van de Heer en de kindsoldaten. Het land waar Francis de oorlog heeft meegemaakt, bijna als kind soldaat geronseld is en door zijn moeder is beschermd. Terug naar zijn roots met een mooie boodschap die hij nog niet weet; een sponsor uit Nederland gaat 1 van zijn broertjes / zusjes sponsoren. Dat moet inslaan als een Oegandese kokosnoot.

Gulu

We overnachten in Gulu. Een extra dag wachten voor Oliva en Francis, maar veel beter om uitgerust verder te gaan. We hebben Francis beloofd dat we hem “in dienst” houden en ook gelijk een sponsor voor hem gevonden. Gaaf want dit geeft ons de mogelijkheid om ook zijn toekomst te bespreken. Deze dagen hebben we daar goed de tijd voor en omdat we 1 van zijn broertjes of zusjes kunnen helpen blijft er voor hem meer geld per maand over (hij heeft als oudste uit het gezin de verantwoordelijkheid voor zijn familie; ook al is oom Patrick zijn voogd, toch helpt hij zijn moeder met school- en andere kosten.

Als we Francis een paar dagen later in ons guesthouse op bezoek hebben bespreken we met hem de mogelijkheden. We zijn erg trots op hem want hij getuigt op zijn drieëntwintigste van een hoop wijsheid. Hij vraagt ons om een deel van zijn maandbedrag niet uit te keren en voor hem op te sparen zodat hij binnen een jaar of zo een startkapitaal heeft voor een business en daarna kan sparen voor zijn trouwerij. Super idee en ook helemaal in lijn met onze stichting doelen om iemand een “push” te geven.

Als we de volgende dag van Gulu naar Kitgum rijden is dat nog op een brede asfaltweg maar als we Kitgum verlaten voor een reis van een uur naar Wol, is dat weer helemaal in de trend van 2010. Rode kleiwegen die een grote brede stofwolk achter ons creëren, potholes in de wegen die ons danig heen en weer schudden en zeer regelmatig kippen, koeien, geiten of zelfs varkens over de weg.

Zoals eerder gezegd ontmoeten we zijn familie waar we in de hut van Francis (zelf gebouwd) stuk voor stuk alle familieleden ontmoeten en daarna uitgebreid geinterviewd worden over wie we zijn, wat we doen en hoe Francis het doet. De familie is zeer betrokken en heel blij dat Francis geen klaploper is en een goed onderkomen heeft in Kampala. Mooi om deze betrokkenheid mee te maken en blijkbaar zijn we geslaagd. We overhandigen de traditionele giften – een aantal kilo’s rijst, zeep, zout en suiker, maar niet voordat we gehoord hebben dat we een haan en een kip van Francis moeder krijgen. Dat komt mooi uit want die kunnen produceren en een grote wens van Jolanda is een aantal kippen op onze eigen compound.

De lifestock wordt met gebonden voeten achterin de auto gelegd maar als na een uurtje blijkt dat de kippen meer dan kuikens produceren en ze nog een dag of drie achterin moeten bivakkeren, besluiten we dat Francis ze later deze week mee neemt in de bus. Gemakkelijk joh! Later deze week ja, want op het moment dat we met Francis afspreken dat we met hem zijn familie gaan bezoeken (hij heeft hen sinds 2018 niet meer gezien) is het ook logisch dat we hem daar een week door laten brengen.

Huttendorp

Tijdens een rondleiding op de compound zien we dat de vele hutten niet allemaal dezelfde bestemming hebben. De kleine hutjes zijn opslagplaats voor mais of andere levensmiddelen, de grootste hut is de living en slaapkamer, een andere hut doet dienst als keuken en weer een als toilet / badkamer. De volgende compound is de verblijfplaats van opa en oma – die goed engels praten en uitgebreid vertellen over hun historie, ondeugend vragen stellen over hoe wij elkaar ontmoet hebben en serieus worden als ze verhalen over de tijd dat het leger van de heer huishield in dit gebied en ze moesten vluchten naar de regeringskampen in Kalongo, waar wij de nacht en de volgende dag doorbrengen. We betreden bukkend de donkerte van de gemeenschappelijke keuken, waar oma op een zitsteen de Millet maalt met een maalsteen en een ketel water op een altijd brandend houtvuur borrelt.



De eenvoud is aandoenlijk en alles is aanwezig. Opa plukt besjes van een boom, waarvan het sap dient als natuurlijke gom (lijm), een Oegandese Kokosnoot, een boom waar olie geperst wordt uit de noten, de stier voor de ploeg (overal in deze omgeving lopen stieren 2 aan 2 gejukt voor handploegen uit Opa’s tijd en onderwijl komt heel de omgeving langs om Francis te groeten (of om de 2 witte Nederlanders even te zien). Geestelijk verzadigd rijden we door naar Kalongo.

Kalongo

In Kalongo is het even zoeken. We zien wel het bord dat verwijst naar het Green Oasis Guesthouse maar als we deze weg inslaan komen we bij 2 grote poortdeuren, die wel open staan maar waar alleen maar studenten uit komen. We besluiten nog even om te keren en verderop linksaf te slaan maar die weg leidt ons naar een verdieping waar we de auto een meter laten zakken in iets wat eerst een rivierbedding lijkt te zijn maar later een Airstrip blijkt. Zo steken we de landingsbaan over, voelen ons even Flying Doctors en merken alras dat de weg die we nu nemen onmogelijk naar het guesthouse kan leiden. De enige mogelijkheid om van hier richting het guesthouse te gaan is over olifantenpaadjes dwars door de tientallen compounds heen. We keren opnieuw om en moeten toch door de poort heen om via een vrijwel onmogelijke weg toch door de bergen heen naar het guesthouse te gaan.

Die onmogelijke weg blijkt de volgende dag alweer heel wat mogelijker te zijn, mits de auto in de 2e of lage gearing gezet wordt en zo beginnen we langzaam te beseffen hoe sterk een Prado is, als een Tank uit de periode die we nu betreden. De grote rode poortdeuren blijken ook uit deze Kony tijd te stammen en als de vluchtelingen uit de omgeving zich in deze buurt teruggetrokken hadden sloot het leger ’s nachts deze poorten om moord en doodslag te voorkomen. Als we eenmaal in ons pitorreske guesthouse zijn blijkt dit een voormalig hoofdkwartier van het Oegandese leger te zijn. Solide gestationeerd tussen de bergen. En mooi dat het hier is – en rustig!

Terug naar Wol met goed nieuws

De volgende dag komt Francis naar ons toe, bespreken we zijn toekomst en die van zijn familie en ons oog is gisteren gevallen op zijn zusje Daisy. Een high potential in deze familie en ons idee blijkt te kloppen met de gedachten van Francis. Nadat we samen met hem de Marter Shrine van Paimol hebben bezocht (een 2 uur durende trip naar het noorden, waarvoor we nog een vriend van hem moeten ophalen bij een school, waar we uiteraard uitgenodigd worden om een poosje te zitten en beleefdheden uit te wisselen) gaan we terug naar Wol om zijn zusje het goede nieuws te brengen. Superblij dat we voor haar een sponsor hebben die vanaf nu haar schoolgeld gaat betalen! Opnieuw zitten we aan het bureau van de headmaster van opnieuw een school in Oeganda en het blijft bijzonder dat we dit kunnen doen.

Wat we echter ook nog moeten doen is het bezoeken van de opa en oma van zijn moeders kant. Dat is even een ander verhaal. Ergens aan het begin van Wol vertelt Francis ons dat we links moeten. Ik vraag me af waar, want er is alleen een fietsspoor door het groen heen – maar al snel klinkt het zo Oegandes “You Go”. Met een normale auto is dit zeker niet te doen maar deze zeker 2 meter brede Toyota Prado draait daar zijn bullbar niet voor om en ploegt zich door het groen. Het heeft net geregend en dat betekent dat er rivieren van water zich vermengen met rode aarde tot plakkerige glibberige klei en zo laten we de auto zelf zijn weg zoeken en hoop ik dat er snel een eind komt aan dit nog niet gebaande pad. Al pionierend leggen we toch zeker een paar honderd meter af om op een nieuwe compound uit te komen waar de geiten en kippen zich samen met enkele kinderen onder het riet van een dak schuilhouden tegen de nog altijd vallende regen. Francis loopt één van de drie hutten op deze compound in en verontschuldigt zich voor de rook van deze keuken. Een schrijnend geval van armoede. In de bijtende rook van deze keuken vinden we de 81 jarige blinde en graatmagere witharige opa, steunend tegen de kleiwand en zittend op een mat, zich warmend aan het houtsvuur.

Armoede

De armoede druipt van deze familie af, maar ook de liefde voor hun kleinzoon en voor ons dat we deze reis gemaakt hebben. Opa is een paar keer in staat om luidkeels een vraag aan ons te stellen, maar gaande het gesprek hoest hij rochelend en vallen zijn ogen dicht. Het is niet aan ons om te vergelijken, maar wat is het toch triest dat wij in onze omstandigheden onze families in verzorgingshuizen kunnen plaatsen waar we ze verder niet meer opzoeken en ons eigen leven oppakken, terwijl hier iemand in de rook moet blijven zitten om het vege lijf te blijven opwarmen, terwijl er eten voldoende is maar geen geldcultuur om een extra hut te laten bouwen of andere voorzieningen aan te schaffen om de levensstandaard iets te verbeteren. We kunnen in deze situaties weinig duurzame oplossingen bieden. Geen mogelijkheid om werk te creëren of blivend te ondersteunen, maar we zijn wel in staat om de laatste periode van het leven van deze mensen in enige mate te verlichten.

Ria, eigenaresse van Drogisterij Unique in Pernis, heeft een initiatief gestart om een spaarpot voor Stichting Bulamu in haar winkel te plaatsen en op de dag dat we afreisden bleek winkelend Pernis, ondanks Covid, 80 euro gedoneerd te hebben. Dit soort projecten kan hier mooi voor ingezet worden en straks, in augustus, als het gras volgroeid is en droog genoeg is om gebruikt te worden, sturen we Francis terug om een nieuwe grashut voor hen te bouwen. Het zijn de kleine dingen die het doen!

Stichting Bulamu Oeganda - augustus 2021

Stichting Bulamu van de hak op de tak - Corona en te veel om op papier te zetten

Stations creëren voor de intercity - reisblog - 18 augustus 2021

OEGANDA - Wakiso - Kira - Bulindo - Nsasa

Het is heet hier en druk, ondanks of dankzij de Covid hebben we het gevoel dat we in een intercity trein zitten zonder stopplaatsen, waarin we af en toe het raam open doen om iets naar buiten te gooien haha.
Maar goed, aangezien we nog steeds aan het pendelen zijn willen we de tijd die we hier hebben optimaal benutten en ook grote stappen zetten. Grote stappen die dan ook gelijk afgehecht worden en waarin het fundament dit jaar goed gelegd wordt voor een nieuwe toekomst. Een toekomst die beter omgaat met duurzaamheid en levensvatbare projecten en daarnaast veel ruimte voor onze 2 passies, evangelisatie en zaken doen.

Qua inrichting zijn we zowel aan het stabiliseren als aan het doorstappen. Bongomin Francis (links op de foto) helpen we met dankzijn zijn sponsor o.a. meteen spaarplan voor de toekomst van zijn gezin, Mirembe Rebecca (Becky) heeft dankzij haar sponsor ook tijdens de lockdown haar Fashion en Design studie opgestart en haar eerste kleding zelf gemaakt en Rembo Francis woont sinds deze week achter de winkel in Bulindo (op ongeveer 500 meter afstand)

Tijd voor de volgende stappen.

Voedselpakketten en evangelisatie


Tijdens de lockdown hadden we de mogelijkheid om circa 40 voedselpakketten uit te delen. We combineren dit met evangelisatie en bijna veertig mensen hebben hun leven aan Jezus gegeven.
Evangelisatie is niet voor iedereen vanzelfsprekend, voor sommigen een rare hobby en voor veel Nederlanders iets "Heiligs" waar ze liever niet mee geconfronteerd worden. Wij worden er erg blij mee. Het geeft veel voldoening om mensen te kunnen bereiken die liefde nodig hebben en in hun armoede een rustpunt kunnen vinden.

In samenwerking met onze locale kerk leidde dit tot gesprekken over een lokaal ontmoetingspunt, een zogenaamde Mission Community en deze is vergelijkbaar met de connects die we ook in Nederland houden.
Vorige week hebben we onze eerste connect gehouden en omdat de kerken nog niet open zijn hebben we ook gelijk ruimte om de mensen van de connect op zondag te ontvangen. Dat heeft geleid tot een buiten kerk waar (in de regen) een stuk of 10 mensen op af kwamen.

We hadden een tiental krukjes gekocht en die waren bezet maar Jolanda miste de kinderen, waar ze een doos lollies voor had gekocht. Om 11 uur was de dienst afgelopen (live op de laptop op ons stoepje) en werd er aan de poort geklopt, staat er een vrouw met 14 kinderen ...
Dus allemaal binnen gelaten en waarschijnlijk allemaal voor het eerst in hun leven een lolly want op een gegeven moment zag ik dat ze wel aan het papiertje zaten te pulliken en sommigen hadden de lolly met plastic en al in hun mond zitten - dus nadat we voorgedaan hadden hoe ze m moesten openen hadden we een half uur stilte op het plein :-)

Dus aanstaande woensdagavond hebben we een aparte kinderconnect en zondag hebben we de volwassenen voor en zondagschool achter. Super leuk natuurlijk.

Francis, cultuur en verhalen die langzaam compleet worden


Bongomin Francis is onze compound onderhouder en bewaker.
Met Francis gaat het goed. In eerste instantie was hij wat afzijdig maar nu Beckie (de studente van ons safehouseproject die ook op onze compound woont) weer naar school is en alleen voor het weekend thuiskomt en nu we ons eerste winkeltje geopend hebben en Rembo (vanaf Bulamu Children Village door ons gesponsord en teruggehaald uit Fort Portal om hem te leren hoe een winkel werkt) vanaf nu achter de winkel slaapt voelt Francis zich duidelijk weer wat meer op zijn gemak.

Voor een jongen uit het noorden met een groot verantwoordelijkheidsgevoel die anderhalf jaar alleen op ons huis heeft gepast was het ineens heel druk, maar het aanpassing ging buitengewoon goed. Over Bongomin is nog wel een mooi verhaal te maken. Toen we met hem naar Kitgum village gingen vonden we het heel vreemd dat Oliva, zijn toekomstige vrouw, mee moest. Tot dat moment wisten we niet dat hij een vriendin had en hij vertelde ons een avond van te voren dat het logisch was dat zij mee ging, een jaar bij zijn moeder ging wennen, de taal zou leren en zo een goede basis voor de toekomst gelegd zou worden. We vonden er uiteraard wel wat van maar met twee culturen willen we zo veel mogelijk waarde hechten aan de cultuur waar wij hebben ingebroken en proberen we alleen te leren en gezamenlijk met locale inwoners te kijken hoe we in hun cultuur de beste oplossingen kunnen vinden als er problemen zijn.

De figuurlijke aap kwam deze week uit de mouw. Oliva is zwanger. En dat is niet van gisteren - maar inmiddels dus al een maand of 5 en voor ons totaal verrassend. Francis wist dit dus al voordat we naar Kitgum gingen, heeft zeker niet gelogen, maar hoe voel je je dan weer als Nederlander als het verhaal in brokjes gebracht wordt en je nooit weet wanneer alles verteld is. Pfoe hee. Aan dit aspect gaan we nooit wennen - een Oegandees wil eigenlijk alleen maar vertellen wat er op dat moment noodzakelijk is en Oegandezen onder elkaar weten vrijwel niets van elkaar - relaties bouwen is daarmee super simpel als je geen rugzak hebt met gecompliceerde Europese denkpatronen. En opnieuw hebben we te maken met een jongeling die amper aan het verdienen is en alweer de helft van zijn "spaargeld" naar de village heeft moeten sturen voor een ziekenhuisbezoek en een zwangerschapsonderzoek.

Afijn, zonder de stichting was het ook gebeurd en hadden ze helemaal geen mogelijkheden gehad, maar af en toe ....

Mission Community & zondagschool

Covid, Dutch Corners en de Stationery

Door Covid ligt een deel van de projecten stil. De donaties van een aantal sponsors staan gereserveerd totdat we de kinderen en scholen waarvoor deze gelden klaar liggen weer kunnen bereiken.
Tussentijds hebben we dan wel weer tig zaken geregeld:
  • de "driving skills" van Francis en Rembo opgelapt door ze opnieuw rijlessen te laten nemen
  • een contract getekend voor de eerste 9 maanden huur van het kantoor van de stichting, waardoor de huisbaas weer in staat is om zijn pandjes af te bouwen (die al 2 jaar braak lagen door gebrek aan geld)
  • het kantoor van het bestuurdershuis weer leeggeruimd en her ingericht om er een gasten woonkamer van te maken
  • een avond gehad met de voorganger en leidersteams van Worship Harvest om bruggen te slaan tussen Nederland en Oeganda
  • Een Mission Community gestart in onze voortuin - en al snel ook achterom omdat we al over de 40 bezoekers zijn
  • One Love Troupe bezocht met Rembo Francis, Rembo is het Oegandese bestuursllid en was nog niet eerder bij dit project geweest - uiteraard werd ook hiij getrakteerd op de Oegandese versie van de klompendans en dat bracht zo veel herinneringen naar boven dat hij al snel onderdeel werd van de dansgroep
  • plannen gemaakt voor Dutch Corners, een serie winkeltjes waarin we werkgelegenheid en ervaringsplekken gaan aanbieden in een land waar werkgelegenheid zeer laag is
  • Irene met haar een maand te vroeg geboren baby bezocht
  • een dag lang stil gestaan omdat de auto er mee stopte en "onze technician" per brommer er een uur over deed om bij ons te komen en een "andere technician" er twee uur over deed om vanuit het centrum van Kampala een nieuwe bobine te brengen
  • heftige regens en ook hete zonmomenten meegemaakt
  • is de kat al helemaal gewend aan de hond, de hond aan de kippen en de hele beestenboel aan elkaar - wat ten koste gaat van Jolanda's net opkomende plantjes, waar de kat zich heel graag in omdraait en is het leven goed.
  • One Love Troupe - Jandira

    Bulamu Stationery


    De scholen zijn nog dicht en dat gaf ons de mogelijkheid om de Stationery in te richten en klantklaar te krijgen zonder stress van honderden klanten hahaha.
    Een stationery is een boekhandel / kantoorartikelen / schoolspullen winkeltje en dat was er nog niet in onze omgeving.

    Na overleg met de lokale overheden hebben we dus een ontwikkelproject zowel voor Rembo (hij kan hier wonen, de winkel onderhouden, leren inkopen, boekhouden, verkopen, etc om over een aantal jaar het winkeltje over te nemen of ergens anders te starten en gelijktijdig heeft hij een baan zonder zorg voor de inventarisatie etcetera) als ook een invulling en aanvulling voor de lokale bevolking. Met behulp van een gift van www.veter.shop hebben we de volledige inventarisatie kunnen kopen dus na twee dagen bij de groothandel hebben we de eerste Dutch Corner geopend. Henry Luja de opdracht voor een logo en de signposts en Beckie een plek om haar studieobjecten te verkopen en een hele gelukkige huurbaas die afgelopen zaterdag, samen met de winkelhouders van de winkeltjes naast ons getuige was van de feestelijke opening.

    De ervaring bij de groothandel was er weer een voor een volledig nieuw verhaal, wat gaat dat anders en voor onze efficiency ervaring traag en onoverzichtelijk. Inmiddels zijn er al weer diverse whatsapp berichten en bezoeken over en weer gegaan over niet kloppende hoeveelheden, prijzen en andere vragen - maar laat ik dat hier niet allemaal opsommen. Heel bijzonder in ieder geval.

    Expanding territory

    Deze week even rust. Tijd voor boekhouding, administratie en communicatie en donderdag een nieuwe mijlpaal, samen met Moses Mugalasi gaan we naar Bukomero, tweeeneenhalf uur rijden van ons huis af, om te kijken naar een stuk grond dat te koop staat.

    We hebben het er al jaren over, het is nu nog mogelijk om voor een redelijk bedrag een stuk landbouwgrond te kopen en dat is het laatste onderdeel van de missie en visie van Stichting Bulamu. Koffie, vanille, cashew noten, verbouwen en verhandelen en daarmee boeren een betere kans geven om hun producten te verkopen. Het gebeurt nu nog heel veel dat er geen geld is voor transport, waardoor veel eten verdort en niet gebruikt wordt - en daarin kunnen wij een steentje bijdragen.
    In de Stichting is daar op dit moment geen ruimte voor, hoewel de plannen al enige jaren op tafel liggen, maar ook hier geldt dat we stap voor stap verder gaan en eerst persoonlijk (prive) instappen en later kijken of en hoe we hier als stichting mee verder kunnen.

    Doorstappen - op vele fronten en dat geeft dus ook veel te verhalen en misschien ook wel veel vragen. Laat het dan ook zeker even weten als je ergens meer over wilt weten, dan komen we daar persoonlijk even op terug.

    Bedankt allemaal, met name voor de Covid donaties, die aardig wat gezinnen een betere lockdown hebben gegeven en voor jullie steun en vertrouwen in ons. Voor de rest van ons leven, we hebben er helemaal zin in, morgen al weer zo'n mooie dag

    Stichting Bulamu Oeganda reis - februari 2020

    The circle of blessing and coincidence - reisblog 2 - 11 Februari 2020

    Noem het lotsbestemming, toeval, geloof, hoop, wonder of gewoon voorbestemming, welk woord je er voor gebruikt, het leven zit vol met verrassingsmomentjes. Wij geloven dan dat het zo moet zijn, maar eigenlijk maakt het niet uit en genieten we er gewoon van. Bijzondere ontmoetingen deel I.

    Trots. Vaak ben ik trots op mezelf, op ons, trots in de vorm van dankbaar, gelukkig, gezegend – en vandaag ben ik weer even heel trots op Robin, onze oudste telg die inmiddels ook al weer jaren volwassen is en ook alweer trotse vader. Vandaag ontmoeten we de Policy Officer Economic Coorporation van het ministerie van buitenlandse zaken van Nederland, die met een knappe brede glimlach dankbaar is voor het feit dat ze door Robin is opgeleid en nu op de ambassade van Nederland in Kampala werkt. Daar krijg je dan als ouders wel weer een heel warm gevoel van. We hebben er niets aan hoeven doen, hij – Robin – heeft volledig – en dan ook echt volledig – op eigen kracht zijn pad gebaand naar de functie die hij nu bij de overheid bekleedt en als er dan een dame tegenover je zit die vol energie, veerkracht, enthousiasme en interesse in Oeganda zelfstandig projecten aan het uitvoeren is en vol trots over je zoon praat dan kun je als ouder alleen maar genieten van je “offspring”. Robin vroeg aan ons of we haar wilden ontmoeten, ze is een paar maanden in Oeganda nu en wederzijdse contacten zijn altijd leuk in een ver buitenland. De eerste jaren van onze werkzaamheden in Africa wilden we niets weten van andere Nederlanders, zeker niet diegenen die zich met een bitterbal en een frikandel bewogen op de koninginnedagparties en de sinterklaasintochten van de ambassade, gelukkig zijn we iets ouder en iets wijzer geworden en willen we niet alles meer alleen, willen we ook denken aan wat we hier over enkele jaren willen nalaten en overdragen en beginnen we ons steeds meer bewust te worden dat we zaken willen overdragen, uitbesteden en zelf in de wat meer terugtrekkende rol willen opereren – en daar horen dan wel degelijk netwerken bij. Het grappige (voorbestemming) is dan weer wel dat onze focus de laatste drie jaar verlegd is van kinderhuizen naar het platte land; van weeshuizen en scholen naar lange termijn ondersteuning en van educatie naar de agrarische sector.

    Ons ideaalbeeld voor de komende decennia is het opzetten van een community ground waar we lokale bewoners hun koffie en andere agrarische producten kunnen bewerken, klaar maken voor verkoop of export en het verwerken tot koffie waarmee we onze koffieshops kunnen bevoorraden, koffieshops die we voorzien op alle doorgangswegen in Oeganda. Zelfredzaamheid en zelfvoorzienendheid voor Oegandezen met een internationale afzetmarkt vanuit het groenste land in Africa – amen, daar gaan we voor. En nu, nu we onze focus aan het uitwerken zijn, de trechter met ideeen druppelsgewijs tot wasdom komt, komen mensen op ons pad die deze richting kiezen en op de cruciale plekken zitten. Dat vind ik dan weer grappig – en eigenlijk ook wel weer heel gewoon ? De Policy Officer zit geanimeerd te vertellen dat haar collega hier in Oeganda waarschijnlijk de plek gaat innemen van Chief Agrarische aangelegenheden voor Nederland in Oeganda. Dat ze zelf hierna ook wellicht de landbouwtak in wil en dat ze conacten heeft met het RVO en Oeganda. Oh, by the way, in het Holland Village op de Agrarische investerings beurs in het Nelson Mandela Stadium moet je zeker even langs komen. De Agrarische beurs waar we in Nederland al plannen voor maakten om met Happy John en Moses heen te gaan en die nu blijkbaar door haar georganiseerd wordt. Het leven is rijk, het leven is grappig en zolang ik het weet te pakken ben ik een gelukkig mens.

    Gaat er dan nooit iets helemaal niet naar je zin Rene? - hoor ik mijn alter ego zeggen – Nou dat is maar net hoe je het bekijkt. Ik moet bijvoorbeeld dinsdag al weer naar huis; knap waardeloos want dit alles is mijn lust en mijn leven. Ik heb een geweldige baan, volop vrijheid, een groot huis, leuke projecten, een goed salaris, maar mijn liefde en mijn passie blijven allebei voorlopig even op 3000 kilometer afstand – en toch is juist de combinatie van al deze facetten zo kostbaar en interessant. Nog wat? – Ja, ik heb kiespijn, of eigenlijk aangezichtspijn, een ontsteking boven de kies die net voor ons vertrek is afgebroken en waar ik geen tijd voor heb gemaakt om die te laten repareren – maar goed, Harriet, ons sponsorkiind moet een wortelkanaalbehandeling van 200 euro in Oeganda ondergaan en daar hebben we even geen sponsor voor dus die loopt al een half jaar met keispijn, kan ik ook nog wel even door.

    Nog wat? – Ja, de validatie van de stichting is blijkbaar nog niet afgerond en we krijgen Happy John niet te pakken, hij zou voor ons de papieren regelen en ondanks het feit dat we een half jaar geleden zelf, op voorhand, deze validatie hebben aangevraagd hebben we vanaf vorige week vrijdag exact een week gekregen om een waslijst met additionele informatie aan te leveren.
    Nog wat? – Ja, we willen eigenlijk een huis gehuurd hebben voor de rest van het jaar; denken aan een huis met een kantoor, maar dan wel op dezelfde plot als onze vrienden – die graag in dezelfde regio willen blijven wonen, een regio die voor ons inhoudt dat we ook een gewapende bewaker nodig hebben en ook maar weer een Boerbull en een Rottweiler (daar kijk ik dan wel weer naar uit) maar waar we tot nu toe nog geen geschikte locatie hebben gevonden – ik heb nog exact een week om hieraan bij te dragen en als we het hebben moet het ook nog ingericht worden – maar ik ben er van overtuigd dat hier iets voor komt en zo niet dan stappen we door naar scenario B of C of X of Z en desnoods via Z naar een hotel dat we kennen.

    Nog wat? – Ja, ik draai de gedachten weer even terug naar gisteren. Wat een geweldige bijeenkomst hadden we met lokale pastors in de achterstandswijken van Nansena. Moses vroeg ons om mee te gaan voor het uitreiken van de overhemden en pakken die meegegeven waren door sponsors in Nederland, Belgie en Duitsland en voor de uitreiking van schoolgeld aan deze arme voorgangers. We verwachtten aan te komen bij een vergaderzaaltje en eindigden (na veel hobbel stof wegen) in een golfplaten kerk waar 20 tot 30 Feed My Lamb voorgangers verenigd waren. Uit alle windstreken van Nansena in afwachting bijeen. Hulde voor Jacob uit Belgie, Jacob uit Duitsland en Johannes uit Barendrecht die in collectes en giften ervoor gezorgd hebben dat aan iedere voorganger een envelop kon worden overhandigd met een bijdrage in de schoolkosten van hun kinderen. Zoals Jolanda het gisterenavond verwoordde – een volwassen man van rond de vijftig als een kind zo blij met een gekregen tweede hands overhemd. Dit zijn de momenten in het leven die iets bijdragen aan de verschillen in deze wereld. Wat is dan een kiespijn, een huurhuis of een dag langer wachten op een registratie het waard om over te praten. Ik ben rijk in ervaringen en geluk.

    Terwijl we nagenieten van de Luwomo uit restaurant “The Roots” – tegenover de nieuwe locatie van de ambassade in Kampala, komt Christine zich voorstellen als eigenaar van dit restaurant en vraagt of het eten goed was. Ik vertel haar dat ik het in bananenbladeren gesudderde rundvlees heerlijk vond, ook al had ik vis besteld – zij schrikt ervan, ik kijk er al niet meer van op – en eigenlijk had ik gewoon vooraf mijn mond moeten houden want net na het bestellen sprak ik het uit “Ik ben benieuwd wat ik krijg, want meestal is het iets anders als wat ik heb besteld” – en kijk eens welke kracht er in mijn woorden lag. Dus ter afsluiting van weer een nieuwe belevenis spreek ik volmondig uit – De ontsteking in mijn kaak is over, morgen is de validatie van de stichting rond, overmorgen zijn de werkvisa geregeld en Vrijdag richten we ons nieuwe huis, inclusief kantoor en guesthouse in.

    Ik nodig jullie nu al uit om 1 of meerdere nachten bij ons te huren, voor 35 euro per nacht zorgen wij voor de verhalen en misschien nemen we er wel een paar kippies zodat je ’s ochtends een lekker eitje kunt koken.

    Met liefde naar onze 6 kinderen in Nederland en trots op onze ouders die ons voorbereid hebben tot wat we nu zijn en vol bewondering en gelukzaligheid naar Jolanda die de juiste keuze voor het juiste land maakte. Ik hou van jullie.

    Stichting Bulamu Oeganda reis september - oktober 2018

    Het Oranje Koffertje - reisblog 29 / 30 September 2018

    Waar is het Oranje koffertje?

    De hamvraag om half 8 ’s Ochtends op een mooie 27e september 2018. 2 Schiphol trolleys zijn volgeladen – grijs, goud, paars, zwart, rood, zwart; 5 grote koffers met 23 kilo elk, 2 handtassen en een rugzak met een laptop en een camera – maar WAAR is het oranje koffertje. De reizigers kijken elkaar aan, staan op het punt om de schuldvraag te stellen, kijken de chauffeur van de Kleinbuscentrale aan – en beseffen dat er geen weg terug is; Oeganda zal het in Oktober moeten doen zonder .... maar wat zat er eigenlijk in?

    Het is al drie weken hard werken. Met een paar honderd kilo kleding in alle soorten en maten, in een speciaal daarvoor bestemde Afrika kamer, is het voor Jolanda altijd één grote puzzel. Schoenen voor Ronald’s pastoraat, meidenkleding voor Beth Elisha, dit keer een koffer voor Victoria, een koffertje baby kleding voor Jed, kadootjes van sponsors voor Moses en Irene, ook een stapeltje voor Namiro Irene van Makerere west valley School, een paar broeken en truien voor Happy, voor Rembo – en uiteindelijk, in de handbagage, een verschoning voor onszelf.

    Dan blijkt een week voor vertrek dat het project Victoria niet doorgaat en wordt een hele koffer omgepakt voor een ander project, brengt een verlate sponsor nog een pakje langs en blijken we een donatie van Vitals te ontvangen zodat we ook baby geitenmelk en vitaminen mee kunnen nemen. Dan begint mijn taak, sjouwen, koffers naar beneden, wegen, herpakken en uiteindelijk staat de gang weer helemaal vol met honderden kilo’s afgepast naar het maximum dat we mee mogen nemen.

    Ook Erik Jan gaat mee dit keer – een ambassadeur van de stichting met een agrarische opleiding en achtergrond. Hij gaat voor onze stichting zich verdiepen in het One Love Troupe project en naast al zijn zaden en toebehoren nemen we voor hem een koffer vol met kleding mee voor hetzelfde project.

    27 September is het dan zo ver. Om half zeven staat de taxi voor en we zijn blij als alles er weer in past. Met één knik begrijpen we elkaar – hebben we alles? Ja, alles is er – totdat we op Schiphol tot de buikpijn trekkende constatering komen dat Jed het nog vier maanden zonder knuffel moet doen, we zelf geen verschoning bij ons hebben en het moeten doen met de kleding die in Oeganda is gebleven de vorige keer. Het komt nu ook op groot geloof aan – bijna alle medicijnen van Jolanda zitten in deze koffer; genezen zijn is waarheid, faith is the answer.

    Het duurt een uur of twee. Ik vertelde de jongens altijd dat er maar 2 zaken van belang zijn als je op reis gaat, een aantal pasjes en een paspoort – en nu staan we zelf voor de uitdaging om direct te relativeren en het zo ook te zien. Gelukkig lukt dat aardig en samen met een stewardes van KLM verkennen we de mogelijkheden om medicijnen na te sturen. Bij nadere inspectie blijkt in haar handtas nog voor minimaal anderhalve week voorradig te zijn en vandaag – we zijn inmiddels drie dagen verder – blijkt bij de apotheek aan de overkant van ons hotel in ieder geval Ventolin, een alternatief, voorradig te zijn – en uiteraard gaan we er van uit dat dat allemaal niet meer nodig is.

    Het is zaterdag en de gekookte tilapia heeft een voldaan gevoel in mijn maag achtergelaten.

    Na een geslaagde ontmoeting met John Aita, onze contactpersoon voor Hope for the Future Organisation, zitten we weer lekker op onze kamer.

    Het is half tien en door het donker priemen een paar lichtjes van de dichtbij gelegen wereldstad Kampala. “Stad op 7 heuvelen”, waar we een paar uur geleden de zon al in een paars violet spectakel onder zagen gaan.

    Oegandezen trekken zich niet zo veel aan van het donker en werken gewoon door of trekken samen in ons hotel. In weekenden zoals deze is het een drukte van jewelste in het restaurant, waar op grote schermen Chelsea en Liverpool de gemoederen flink in beweging brengen. Voetbal verbroedert en Engels voetbal is hier inmens populair. Grappig om te zien dat bij een doelpunt - van blijkbaar de juiste ploeg – mensen uit hun stoelen opspringen en het even lijkt alsof je je in een Engelse pub bevindt.

    De vlucht naar Entebbe verliep soepel en gelukkig zijn er weer MTN kaartjes op het vliegveld te verkrijgen, waardoor we Erik-Jan direct konden voorzien van een Oegandees telefoonnummer. Onder mobiliteit wordt tegenwoordig iets heel anders verstaan dan vroeger en daar heeft de Oegandese regering dan ook slim gebruik van gemaakt. In 2009 hebben we ons verbaasd over het feit dat iedere Oegandees op facebook was, doordat de club van Zuckerberg voor Afrika een versie Facebook Zero had ontwikkeld. Daarmee is heel Afrika al in een vroeg stadium in staat gesteld om gebruik te maken van facebook op een standaard telefoon.

    Nu iedereen, 9 jaar later, sociaal geconnect is heeft Oeganda besloten om een zogenaamde “Social Media tax” te heffen op het gebruik van internet. Voor 200 shilling per dag (ca 1,50 euro per maand) mag je internet op je telefoon gebruiken, zonder de belasting te betalen is je internet waardeloos. Ik vermoed dat dit de eerste belasting is in Oeganda die betaald gaat worden en werkt. Voor ons hield deze belasting het gebruik van internet ook tegen en wij als vijftigers konden daar aardig mee om gaan maar voor Erik-Jan was dit wel ff een dingetje, zodat een van zijn eerste Oegandese road trips bestond uit het activeren van zijn telefoon bij een stalletje aan de straat. Net op tijd, want vijf minuten later stond John Ntabaazi op de stop om hem op te halen en mee te nemen naar het weeshuis in Bwaise, waar Erik-Jan de komende week gaat verblijven.

    Erik-Jan, onze agrarisch specialist, vol van Jezus. In de taxi naar het hotel vraagt hij aan de taxichauffeur of hij gedoopt is, waarop de taxichauffeur antwoordt dat hij Moslim is. Erik-Jan wil een verhaal uit de bijbel met hem delen en stelt hem de vraag of hij Ismael kent, waarop de taxi chauffeur door het donker naar buiten wijst en antwoordt: “Yes, I know him, he’s a nephew of the butcher” (ja, die ken ik, dat is een neef van de slager). This is Uganda, we zijn terug met nieuwe verhalen en het begint al weer goed. Heerlijk om weer terug te zijn.

    In the village bij Irene Mugalasi

    Irene en Moses zijn inmiddels anderhalf jaar getrouwd. Irene is net bevallen van hun zoontje Michael Jed Kitiibwa. Moses en Irene kiezen er voor om de privacy van Jed te bewaren en geen foto's op internet te plaatsen. Op de foto krijgt Irene een pakje uit Nederland, haar moeder, waar ze na de geboorte 8 weken verblijft, kijkt toe.

    CPM - Blessed pastors

    In 2016 maakten we kennis met het voorgangersechtpaar Philip en Marie Egesa. De klik was er meteen en inmiddels zijn we vaste gasten in de CPM church (Christ Prosperity Ministries) en zijn we ook met hen bevriend geraakt.

    Irene's ouders wonen in de village. Voor ons een mooie gelegenheid om een paar keer Jed te bezoeken en ook het village life weer mee te maken. Heerlijk om (tijdelijk) de rust van het ouderwetse Afrikaanse leven te proeven. Een paar biggen en kippen om je heen en veel belangstelling voor blanke bezoekers.l!

    Stichting Bulamu Oeganda reis september - oktober 2018

    Als stichting, werkend vanuit Nederland, is het van belang om in contact te staan met onze projecten. Het is daarbij verstandig om ook regelmatig een kijkje in de keuken te nemen. De situatie te overzien en in gesprek te gaan met de betrokkenen. Als bestuur bezoeken we Oeganda dan ook minimaal één keer per jaar. 30 Jaar geleden is de traditie ontstaan dat René verslag legt van zijn reiservaringen. Een reeele beschrijving van zijn belevenissen en zijn gevoelens hierin. We hebben gemerkt dat deze beschrijving de lezers meeneemt naar oorden en situaties waarin ze zelf niet zo snel terecht komen. De verhalen geven een beeld van wat we doen en wat we ervaren. We nemen jullie ook nu weer mee in de ervaringen als bestuur van de Stichting en als mensen die, op het pad dat God voor hen geplaveid heeft, genieten van de dagen die hen gegeven zijn. Tukabulungy - gezegende reis.

    Op iedere reis nemen we het maximaal toegestane gewicht aan bagage mee. Dat houdt in dat we 2 keer 23 kilo ruimbagage en 12 kilo handbagage per persoon kunnen vervoeren. Dat betekent meestal ruim 100 kilo gesponsorde weggeef-kleding, een camera, een laptop en wat blikken babymelk, want onze eigen kleding laten we in Oeganda achter. We zijn altijd weer blij als alle koffers ingecheckt zijn, Dit jaar missen we echter - het oranje koffertje. Hiermee blijkt dat onze slogan - "je hebt alleen je paspoort en je bankpas nodig" nu op ons van toepassing is, toch is het een mooie geloofsproef als blijkt dat ook alle medicijnen nog in Pernis staan

    Stichting Bulamu denkt aan haar toekomst. De afgelopen 9 jaar zijn we bezig geweest met de inrichting, nu gaan we verder met de visie en missie. Daar horen nieuwe mensen bij, Erik-Jan is Agrariër - en in de toekomstvisie van Stichting Bulamu is akkerbouw en veeteeld een groot onderdeel. Permacultuur, tissue seeding, Karitu en Koffie gaan onderdeel uitmaken van het land dat we gaan aankopen - waar we boeren gaan helpen ontwikkelen. Daar hoort ervaring bij - en die brengt Erik-Jan mee. Erik-Jan gaat voor het eerst naar Oeganda, mee als ambassadeur o.a. voor de One Love Troupe van John Ntabaazi. 

    Hands of Love. Wij zijn geen mensen die leven van wonder naar wonder; we staan met beide benen op de grond. Dat ons geloof onze basis vormt en ook de stappen in ons leven bepaalt, zal dit statement voor sommigen ondermijnen maar de basis blijft overeind, we relativeren het leven, passen logica toe waar dat nodig is en schromen er niet voor om onze geest (intutitie) gevuld te laten worden en ons daarin te verheugen. Dit jaar, 2018, hebben we de website vernieuwd en een nieuw logo bedacht. Hands of love in de boom des levens - gaaf om dit dan terug te zien in Makerere West Valley Primary School!

    4 Oktober 2018 - de eerste week zit er op

    Klam zweet bedekt mijn voorhoofd, diffuus vermengd met rode klei. Adama, de rode klei waar Adam volgens Genesis uit gecreerd is moet wel hier vandaan gekomen zijn. De hof, het paradijs, de parel van Afrika. Het klinkt te romantisch om waar te zijn. We komen net uit het centrum van Kampala, een metropool waar 17 miljoen mensen werken en wonen en waar het eigenlijk iedere keer weer een wonder is als we heelhuids bij ons hotel uitstappen. Een natte rug van de heerlijke temperatuur en van de concentratie. Living on the edge en telkens weer blijkt dat dat een deel is van wat ons trekt. Hier leer je autorijden, in een stad waar iedereen auto heeft leren rijden door 2 lessen schokkend en bonkend een straat uit te rijden en daarna met een rijbewijs de praktijk in gestuurd wordt. Een land waar de kranten nog dagelijks melden hoeveel mensen er gisteren overleden zijn door een auto-ongeluk of een catastrofale rit op een brommertaxi.

    De Heer is erbij zeggen wij altijd en dat is meer dan waar. Het is ook kicken om dit mee te maken. Spitsroede lopen om dan daarna weer te genieten van de vele vogels in de bomen en de drukte om je heen. Alles leeft op straat, in een schijnbaar ongecontroleerde chaos, waar het leven nog altijd is ingericht zoals vroeger bij opa en oma, maar dan inclusief GSM en facebook.

    De eerste week zit erop. Een week waarin we tientallen kilometers gelopen, honderden kilometers gereden, miljoenen shillingen uitgegeven en evenzovele bedankjes terug ontvangen hebben. Bedankjes voornamelijk voor jullie, de sponsors die het onmogelijke waar gemaakt hebben. Donateurs die een verandering hebben gebracht in het leven van enkelen die wij kennen. Bedankjes ook voor de giften in de vorm van kleding of in de emotionele gift van steun aan ons, onze achterban, de dank gaat met name uit naar jullie, die ons steunen.

    In een vogelvlucht zijn we gestart in Pernis met het vergeten van het Oranje koffertje, waarover ik eerder geschreven heb. Het inchecken gaat soepel en ineens staan we oog in oog met Gert en Jill van Kinderhulp Afrika (http://www.kinderhulp-afrika.nl/nl/) . Een byzondere ontmoeting met mensen die al dertig jaar in Oeganda werkzaam zijn. Met Gert en Jill hebben we eerder dit jaar contact gemaakt op Opwekking en het klikt zo goed dat we met hen afspreken om hen in Kampala te ontmoeten.

    Na een vlotte vlucht landen we in Entebbe, waar we samen met Erik-Jan, een zeer gewaardeerde aanvullende kracht voor Stichting Bulamu, overnachtten. Een overnachting in een voor ons nieuw Guesthouse, the blue monkey, waar we direct ook voor de laatste dag hebben geboekt.

    De volgende dag staat al vroeg het ontbijt klaar en we zijn nog niet bezig of de auto is al gearriveerd. Dat is altijd een leuk proces. Samen met de driver loop ik het contract door, dat ik op verzoek van de verhuurder zelf heb opgesteld ? Oegandezen vinden het heerlijk en belangrijk dat iets officieel op papier staat – en voor een auto die we toch 25 dagen in ons bezit hebben is het ook voor ons van belang dat alles goed afgesproken is – maar afspreken en begrijpen is nog altijd wel een dingetje. Als er dan uiteindelijk een aanbetaling is gedaan, deels in dollars en aangevuld met de schaarse Shillingen die we iedere keer na afloop weer mee naar huis nemen, krijg ik te horen dat de deal rond is en dat ze de auto weer meenemen. ?But why? – !To clean it off course – don’t you think its dirty, we’ll be back in half an hour!.

    Als we een uur later uit zitten te buiken van het ontbijt en besluiten om alle koffers maar vast buiten te zetten komt de auto er uiteindelijk aan. Spik en span en klaar voor de reis – met een uitgeputte tank waarmee we gelukkig net de eerste van de duizenden tankstations in Oeganda kunnen bereiken.

    Gert met een student uit hun project
    Village girl

    De Express way bevalt ons prima, we zoeven via de Barclays bank naar Kampala en arriveren nog geen half uur later in Nexus Hotel Nansena, waar we opnieuw welkom worden geheten, dit keer met een voorbereide offerte. Twee weken geleden kreeg ik een mailtje van dit hotel waarin gemeld werd dat het niet mogelijk was om tegen de prijs van April te boeken omdat sinds juli de prijzen waren verhoogd (verdubbeld). Na een diepe zucht en een whatsapp dat we al in April een prijs hadden afgesproken kregen we direct een mail met een bevestiging tegen de oude prijs. Geen excuses, gewoon met een bericht, als dit zo is dan is dat OK. Ugandan!! Hier ging dat beter dan in ons hotel in Entebbe waar gewoon drie dagen vooraf gemeld werd dat we niet konden overnachten omdat het hotel volgeboekt was. Soms denken we dat we iets afgesproken hebben maar – zoals we ook Erik-Jan verteld hebben – in Oeganda kan alles de laatste minuut nog veranderen.

    De euforie was dan ook groot toen we om 12 uur ingecheckt en al, alle 170 kilos aan bagage op onze kamer hadden staan, we met 7 man aan tafel zaten te lunchen, de telefoons weer waren voorzien van onze Oegandese nummers, de Social Media tax betaald was (een vorm van belasting waardoor Oeganda in een maand tijd heeft gezorgd dat er een daling van 27% in het gebruik van Mobile Money en Facebook gebruik is gerealiseerd) en we de eerste bleekgele uitsmijters weer naar binnen zaten te slurpen.

    Geinstalleerd. John Ntabaazi en zijn collega John gearriveerd om Erik-Jan mee te nemen naar hun kinderhuis in de sloppenwijken van Bwaise, Rembo Francis (een van onze sponsorkids) aangekomen uit Fort Portal om met ons het weekend door te brengen, en Moses Mugalasi net terug uit zijn pastor conferentie om samen met ons zijn pasgeboren zoon en Irene te ontmoeten. We hebben het nooit zo snel gedaan dus even later zitten we alweer in de auto op weg naar Wakiso.

    Wakiso is een district en een stad ten zuidwesten van Kampala. Ongeveer een half uur rijden vanaf Nansena, dat op haar beurt weer een half uur af ligt van het centrum van Kampala. In Wakiso hebben we in 2013 een maand gewoond en deze weg is voor ons zeer bekend. Het is ook een relatief rustige weg (voor ons) waarop het gemakkelijk acclimatiseren en weer wennen aan het Oegandese verkeer is. In Wakiso neem je vervolgens een afslag waar je de “turmac” – het asfalt – verlaat om op een traditionele Oegandese stofweg je weg te vervolgen. Na drie kwartier bereiken we de woning van de moeder van Irene. De auto is inmiddels overgegaan van grijs naar vijftig tinten rood en valt daarmee niet meer op in het landschap van rood (oranje) en groen. We parkeren naast de koffiestruiken onder een bananenboom en worden verwelkomd door Irene en haar schattige kleine mannetje. Michael Jed Kitiibwa (in de volksmond uitgesproken als Tsjietiebbwa).

    Even familie zijn op het platteland waar de biggen de kippen najagen en het leven stil lijkt te staan. Ik kan de vredigheid niet beschrijven – die moet je echt een keer meemaken, maar er komt een soort rust over je heen als je hier in een aftands bankstel wegzakt – omdat de kussens nog bestaan maar de latten zijn doorgezakt – met je kont op een spannende tijgerprint, terwijl je kijkt naar een koelkast, opgesteld op de pallet waarop hij is aangeleverd, beplakt met een sticker om het effen wit weg te halen, met drie stekkerblokken met opladers, een strijkijzer en een zaklantaarn, allemaal voorzien van stroom door een miniscuul zonnepaneeltje. De village waar de tijd is doorgegaan en de mensen zijn stil blijven staan. Op de deel ligt koffie te drogen. De zon schijnt erbarmelijk op de huid van de bessen, waarvoor geen andere bestemming is dan de verkoop. Koffie drogen zonder selectie, zwarte rode en groene bessen die naar de conglomeratie gaan voor een habbekrats en kwalitatief ook te lijden hebben aan onkunde. In drie weken voorbereiding op onze koffiehobby weten we meer over deze bessen dan deze mensen die ze al decennia lang in hun tuin hebben staan en na droging in de zon verkopen aan een ander die er vloeibaar goud van maakt.

    En toch is dit leven iets wat menigeen kan benijden. Altijd eten voorradig, een tabaksplant in de achtertuin (tegen de slangen ?!), koffie, mais, bonen, matoke bananen, pawpaw, papaja, mango en alles wat exotisch is op te noemen rondom het huis, biggen, geiten, een koe en kalkoenen om het huis heen en – de onvermijdelijke Coco – Coca Cola – op het dienblad voor de gasten. Geef ons maar een glaasje verse passion juice.

    Gert met een student uit hun project

    Zaterdag vindt de familie reunie plaats. Rembo en Happy John komen bij ons langs om ons te verwelkomen. Met hen bespreken we – gestructureerd als een Oegandeses business meeting. Het eerste uur wordt volgepraat door de belevenissen van Happy John, Rembo heeft maar ongeveer een half uur nodig en uiteindelijk vullen we de rest van de middag met “having gezellig” en chitchat over onze toekomstplannen in Oeganda. Trechteren. Een AWVN term die we als stichting omarmd hebben. Alle ideeen en gedachten gooien we in een trechter en als we uitgeput zijn gaan we zachtjes in de puntzak knijpen om te kijken of er al iets uitkomt. Stap voor stap filteren en gezamenlijk tot uitkomsten komen. Het is een mooi proces waar voor de Stichting inmiddels al zeker 20 mensen, waaronder al onze eigen en gesponsorde kinderen – al dan niet bewust – aan meedoen.

    Vandaag verheugen we ons over het feit dat Stichting Bulamu officieel geregistreerd is als NGO (Non Governmental Organisation) – en betreuren we het feit dat bij de overheid het papier op is om de officiele certificaten op te printen. Je gelooft het niet maar door het opzijn van dit papier is er een ministeriele achterstand van drie maanden opgelopen in het registreren van zaken en NGO’s. Vandaag nemen we ook het besluit om alle ambassadeurs van de stichting op een vrijwilligerscontract te gaan registreren. Het hoort er allemaal bij, een officieel orgaan moet ook aan de officiele wetgeving voldoen. De derde stap voor deze week is het openen van een Oegandese bankrekening. Een proces dat zomaar drie maanden kan duren, dus is het maar goed dat Jolanda in Januari weer terug gaat om de volgende stappen te ondernemen.

    Als de jongens weer weg zijn, Happy op pad om het papierwerk te regelen en Rembo als toerist bij Happy in huis, komt John langs om met ons te dineren. John is ons trouwe contactpersoon voor het project Hope for the Future. Het kinderhuis in het zuiden van Kampala, waar Koen in Januari heeft verbleven. John doet alle inkopen en betalingen voor HTFO en neemt vanavond met ons de boekhouding door. John is net getrouwd en natuurlijk willen we ook Stella zien, maar eerst maar even dit regelen en met nazoemende oren van alle gesprekken zijn op zaterdag de lijnen weer uitgezet en kunnen wij ons weer op onze projecten richten. Family time op zondag.

    Om half tien stapt Moses in en rijden we naar CPM. Onze thuiskerk op Kira road. Moses heeft voor ons en voor Jacob (voorganger in Belgie) vorig jaar ons hotel geregeld, vlak bij zijn huis en regelmatig trekken we er met hem op uit. Vanmiddag zullen we opnieuw met hem naar de village trekken, naar Irene die deze weken bij haar moeder woont. Terwijl ik dit zit te schrijven besef ik me dat er zo veel zaken zijn die afwijken van onze cultuur dat er boeken over te schrijven zijn. Moses heeft als Oegandese man een taak om te zorgen dat het geld binnenkomt. Met name rond een geboorte, schrijft de oude Oegandese stammencultuur voor dat de man zijn vrouw onderbrengt bij haar moeder. Hij verzorgt haar daar financieel en de moeder verzorgt haar daar emotioneel en leert haar in een aantal weken hoe ze moet omgaan met een baby en alles wat daarbij komt. Als we aan Irene uitleggen dat Robin en Maryke, die ons net een waanzinnige kleindochter hebben geschonken, er na vijf dagen helemaal alleen voor staan, levert dat een zucht van onbegrip op. Vaders in Nederland zijn betrokken bij hun kinderen en kunnen misschien wel eens mopperen op al het werk, vaders in Oeganda (die volhouden in de stammencultuur) worden na enkele weken ineens geconfronteerd met een paar weken ontwikkeld hoopje mens waarvan ze absoluut niet weten wat ze er mee moeten. ’s Lands wijs ’s Lands eer zullen we maar zeggen.

    Gert met een student uit hun project

    Als we bij de kerk aankomen is de weg gevuld met militaire en politie voertuigen. De kerk wordt gehouden in het gebouw van het Uganda Museum op een belangrijke locatie in Kampala. We wurmen ons langs een aantal norse overheidsfunctionarissen en zien dat op het museumplein een ‘tour de Kampala’ opstelling plaats vindt. Vreemd gezicht, een “bruine” equippe op wielrenfietsen. Dit soort evenementen wordt nog wel eens georganiseerd door blanke stichtingen om geld op te halen voor NGO’s maar zo gekleurd heb ik het nog niet eerder meegemaakt. Na drie uurtjes geweldige afwisselende kerk – waarin de jarigen met een taart worden geeerd, Rene en Jolanda welkom terug geheten worden en even een podium krijgen, een bekend evangelist vol vuur een oproep doet tot evangelisatie buiten de kerk en de Geest heerlijk aanwezig is, maak ik buiten de laatste foto van de wielerronde – een kiekje van de bezemwagen – en dat is hier met recht een bezemwagen want in een grote vrachtwagen zijn alle fietsen bovenop elkaar gedumpt. Zal het hier ooit veranderen?

    Na afloop – in de village – lopen we een rondje in de buurt en nemen de neefjes van Irene ons mee de wildernis in. Dit levert mooie plaatjes op en een stoet geinteresseerde kinderen uit de buurt, die toch wel eens een paar blanken willen zien. Voorlopig is onze aanwezigheid nog niet echt ingeburgerd. Samen met de familie zien we de koe, die voor de trouwerij van Moses en Irene als bruidschat is gegeven. De koe is drachtig en zal volgende maand werpen. Een mooi kado.

    Gert met een student uit hun project
    Go to top

    Stichting Bulamu ©2008-2018 - Site generated by MrKawa - Gopherit

    www.veter.shop - mrkawa.com - allesvoorjeschoenen.nl